Ik hou van boeken. En ik hou van films/series. Dat spreekt wel voor zich. Ik hou dan ook erg van verfilmingen. Ik ben zelfs zo iemand die het boek koopt zodra er een verfilming is aangekondigd. En als het op verfilmingen aankomt, dan is in 90% van de gevallen het boek beter. Er is één genre dat de uitzondering vormt: horror. Ik vind dat horror beter werkt op het witte doek/televisiescherm dan op papier. Laat me je overtuigen met vijf redenen waarom ik horrorfilms beter vind dan horrorboeken. Vijf redenen waarom je voor een keer niet het boek moet lezen, maar een bioscoopkaartje moet kopen.
1. De jump scares
Ik heb geen goede Nederlandse benaming gevonden voor een jump scare. Schrikeffect dekt de lading net niet, vind ik. Vandaar de Engelse benaming. Als je nog niet helemaal bekend bent met dit fenomeen, kun je de Wiki lezen. Denk er maar eens over na: het maakt niet uit he fantastisch het boek is, een jump scare werkt gewoonweg niet op papier. Voorbeeldje:
Jack liep de badkamer binnen om zijn spiegelbeeld te checken. Deze hele situatie was uit de hand aan het lopen. Zat er bloed op zijn gezicht? Misschien had hij een kalmeringsmiddel nodig. Hij opende het medicijnkastje achter de spiegel. Toen hij het deurtje weer dicht deed, het potje pillen in zijn hand, stond er opeens iemand achter hem. Het monster staarde hem aan in de spiegel en Jack leek nog helemaal niets door te hebben. Totdat hij weer in de spiegel keek…
Snap je wat ik bedoel? Het is niet eng. Kijk, Stephen King kan hier een mega spannende scène over schrijven en dan nóg is het geen jump scare. Bedenk de bovenstaande scène maar eens als film. Je hoort de muziek aanzwellen, en je schrikt je het leplazarus van dat monster dat opeens in de spiegel verschijnt. Bij jump scares weet je eigenlijk wel dat ze er aan komen, en tóch schrik je. Behalve als het maar de kat was. Het was altijd de kat. Loeders.
2. De make-up
Hoe goed je inbeeldingsvermogen ook is, en hoe goed de auteur het monster ook heeft omschreven, niets werkt beter dan wat effectieve make-up. Je zal altijd die vreselijke misvormde gezichten uit The Ring herinneren, en alleen al de aanblik van Pennywise uit IT brengt bepaalde gevoelens met zich mee. En wat te denken van zombies uit bijvoorbeeld The Walking Dead of de films van George Romero? Ik kan nog wel even doorgaan: alle wonden in alle slasherfilms ooit. Het bloed in films als Scream. De tanden van vampieren. De haaienbeten in films als Deep Blue Sea. Al je favoriete filmmonsters zitten verscholen achter een dikke laag make-up; van het monster van Frankenstein tot Dracula zelf. Waar horrorfilms over het algemeen niet met de grote prijzen naar huis gaan, worden ze wel vaak genomineerd in de categorie beste make-up. Soms winnen ze daar ook zelfs een Oscar voor, zoals The Fly, An American Werewolf in London en Bram Stoker’s Dracula. De make-up is onderdeel van de hele horror-experience.
3. Het decor/de setting
Ook hier is niet echt een Nederlandse term voor; art director wordt vertaald naar artdirector. Dit zijn de creatieve geesten achter de decors en de settings van de film. Ook dit is weer een categorie waar horrorfilms goed mee scoren voor de grote awards. Natuurlijk kunnen auteurs de setting ook supergoed omschrijven (of misschien zelfs wel iets te langdradig, denk maar aan Tolkien) maar goede art direction is erg waardevol. Denk maar eens aan het huis in Psycho, of de Parijse Opera ui The Phantom of the Opera. Beide komen op het scherm zoveel meer tot hun recht. Een gave of creepy setting kan horrorfilms maken of breken. Een verlaten winkelcentrum in een zombiefilm. Een oud en verlaten landhuis met geheime deuren. Natuurlijk zitten deze plekken vol clichés, maar juist het feit dat je wéét dat er iets gaat gebeuren in dat verlaten huis, maakt het extra spannend. Net als donkere bossen en begraafplaatsen: je moet er maar gewoon niet in het donker komen.
4. De special effects
Dit hangt natuurlijk nauw samen met make-up, al zijn de special effects uiteraard een geheel eigen categorie. Zonder mist in The Mist is alles lang zo eng niet. Of mist in het algemeen: het maakt alles meteen een stuk enger. Denk ook eens aan die schattige Mogwai die in een Gremlin verandert in Gremlins. Geniale transformatie. Alle science fiction horrors kunnen al helemaal niet zonder special effects. Annihilation; Cloverfield; Event Horizon. En de film die een van de beste special effects ooit had: Alien. De scène waarin de Alien uit de borstkas van een van de bemanningsleden tevoorschijn komt is een van de beste scènes uit de filmgeschiedenis. En dan hebben we het nog niet eens over alle andere special effects uit de gehele Alien filmreeks. Het enige nadeel aan special effects: het kan al snel gedateerd lijken. Over tien jaar kan een film al nergens meer op lijken. Helemaal met veel oudere films ziet het er vaak niet meer uit. Maar bedenk je gewoon dat de special effects juist voor die tijd het best haalbare waren. Dan zit je wel goed.
5. De muziek (& geluiden)
Ik heb de laatste reden waarom ik horrorfilms beter vind dan horrorboeken voor het laatst bewaard. Muziek en geluidseffecten maken de horrorfilm tot wat hij is. Er is geen jump scare zonder begeleidende, aanzwellende muziek. De beste horrorfilmreeksen hebben zelfs hun eigen themes: Friday the 13th, Halloween en uiteraard Jaws. Jaws zou lang zo goed niet zijn zonder die duuuuun dun duuuun dun als de haai er aan komt. John Williams bedacht de muziek van Jaws. Williams is een van de beste filmcomponisten ooit. Hij is verantwoordelijk voor films als Star Wars, Jurassic Park, Indiana Jones en Harry Potter. Zelfs mensen die liever geen horrorfilms kijken, moeten toegeven dat muziek de film maakt en dat er waanzinnige geluidseffecten in horrorfilms zitten. Niet overtuigd? Kijk dan maar eens een horrorfilm met het geluid uit.