Een van de betere films van het afgelopen decennia is toch zeker wel Kingsman. Door de mix van humor en extreem geweld was de film een groot succes bij fans van het genre. Ook de band tussen Eggsy (Taron Egerton) en Harry (Colin Firth) zorgde ervoor dat de film werkte. Er kwam een tijd later nog een sequel die een stuk minder goed was, en nu worden we getrakteerd op de prequel, genaamd The King’s Man. Ralph Fiennes geeft ons geschiedenisles en leert ons hoe de organisatie is ontstaan. Een heel goed concept, ware het niet dat de uitwerking toch een boel mist. Het wordt namelijk nooit duidelijk wat voor soort film The King’s Man wil zijn en daardoor voelt het vooral aan als een enorm lange zit.
Waar gaat The King’s Man over?
Na de dood van zijn vrouw is Duke Orlando Oxford (Ralph Fiennes) erg bezorgd om zijn zoon Conrad (Harris Dickinson). Conrad wil niets liever dan de wijde wereld intrekken, maar Orlando houdt dat met alle macht tegen. Dan wordt Franz Ferdinand vermoord en breekt er oorlog uit tussen Rusland, Duitsland en Engeland. Het blijkt echter dat er meer achter zit dan alleen een uit de hand gelopen familieruzie, maar dat er iemand achter de schermen de touwtjes in handen heeft. Het is aan de Oxfords en hun handlangers om ervoor te zorgen dat de vrede terugkeert.
Teveel genres door elkaar
De kracht van de eerste Kingsman film was de relatie tussen Eggsy en Harry, die in deze prequel vervangen is door de relatie tussen vader en zoon. Dat emotionele aspect is nog steeds present, alleen zorgt het ervoor dat de film continue van toon verandert. Het is niet duidelijk of regisseur Matthew Vaughn graag wil dat dit een serieuze spionagefilm is met een dramatische vader/zoon relatie, of juist een komedie-actie in de stijl van de eerste Kingsman. Er zijn namelijk genoeg emotionele en heftige momenten, maar die worden ondergesneeuwd door momenten die niet perse grappig zijn. De film wordt gedragen door Ralph Fiennes, die nog altijd een fenomenaal acteur is.
Zo is er bijvoorbeeld Rasputin, die door veel kijkers gezien wordt als het hoogtepunt. Eerlijk gezegd waren de scènes waarin hij speelde vooral ongemakkelijk en niet echt grappig. Het is wellicht ook een punt waardoor de film een beetje op zijn plaat gaat. De behoefte om zich in allerlei bochten te wringen om de geschiedenis te veranderen. Dat is natuurlijk al eerder gedaan in films zoals Inglourious Basterds. Toch voelt het hier iets te geforceerd. De conclusie blijft hetzelfde. Een gestoorde man manipuleert belangrijke gebeurtenissen in de wereld voor zijn eigen gewin. Het nadeel is alleen dat de ultieme bad guy, voor het grootste deel gehuld in duisternis, niet verder ontwikkeld is dan dat hij Schots is en boos.
Goede actie
Dat gezegd hebbende is het niet allemaal kommer en kwel. Er zijn momenten die je op het puntje van je stoel laten zien. Ook het ontzettende geweld waar de eerdere films om bekend staan is weer present. Deze scenes zijn ontzettend goed uitgewerkt en zorgen ervoor dat The King’s Man toch vrij vermakelijk is, ondanks de lange duur en de constante wisseling van genres.
Conclusie
Het is ontzettend moeilijk om een film zoals Kingsman: The Secret Service te overtreffen, omdat het een voorbeeld is van een van de betere actiefilms. The Golden Circle lukte het al niet en helaas weet The King’s Man de boel ook niet te evenaren. Ondanks alle gebreken is het een vermakelijke film om te kijken, al is het herschrijven van de geschiedenis wellicht iets minder geslaagd. Let wel op! Er zit een mid-credit scene in de film, dus als je hem gaat kijken, blijf dan wel zitten!
The King’s Man is nu te zien in de bioscoop.