Wie houdt er niet van zeemeerminnen? Zelf ben ik er gek op. Niet zo gek dus dat de titel én de cover van Meerminnen verdrinken niet me meteen beetpakten. Ik wist niet zo goed wat ik van een historisch roman over zeemeerminnen moest verwachten, maar in de flaptekst staat ‘moord’ en ‘verstekeling’. Als dat niet overtuigend is…
Waar gaat Meerminnen verdrinken niet over?
De schepen rammelden en beukten. Ze kraakten, in de kolkende en knetterende branding, op golven die hoger waren dan de dam zelf. En het volgende moment suisden er basaltblokken door de lucht. Ze vlogen weg, alsof het sneeuwvlokken waren in een glazen bol die hard werd geschud. En dat was het einde van de Langendam.
Bruinisse (Zeeland), 1911. Meerminnen verdrinken niet is een spannend historisch verhaal, gebaseerd op ware – soms ongelofelijke – gebeurtenissen. Over stiekem meevaren over de Schelde, naar Antwerpen. Over een dokter die misschien wel zijn vrouw vermoordde. Over de vergeten Stormramp die het dan grootste mosselvissersdorp van Nederland overkwam. En hoe je de hevigste stormen kunt trotseren. Een boek om in te duiken en in te verdrinken.
Zeemeerminnen, maar dat is fantasy toch?
Vanwege de titel nam ik aan dat er in deze historische roman nog een fantasy element zat. (en er staat ‘ongelofelijke gebeurtenissen’ in de flaptekst.) Dat is wel én niet het geval. Janna, de hoofdpersoon, heeft een soort rare dromen en visioenen en er komen ook mythen, sagen en bijbelse verhalen aan bod. Dat geeft dit boek zeker een fantasy tintje, maar nu ik het boek uit heb, had ik het liever zonder gelezen. Dingen die ik nooit had verwacht te zeggen. De visioenen werkten voor mij alleen verwarrend en hadden weinig met het verhaal zelf te maken, al hebben ze wel een kleine impact op Janna’s persoonlijke ontwikkeling.
Als we de term fantasy heel breed maken, dan zou het kunnen betekenen dat een verhaal zich afspeelt in een omgeving die zó anders is dan die van jou, dat het een andere wereld had kunnen zijn. Een plek met eigen gewoonten, een eigen taal, een eigen stijl. Bruinisse 1911 voldoet zeker aan die eisen, helemaal hoe Saskia Maaskant het omschreven heeft. Daarom kon ik als fantasyliefhebber prima ontsnappen in dit boek. Kortom: dit is een historische roman die ook bij deze fantasyliefhebber verrassend goed aanslaat, zelfs zonder magische elementen.
De verhaallijn is origineel, maar verwarrend
Ik wist niet waar ik aan begon toen ik dit boek opensloeg. Ik had van tevoren ook graag geweten wat Janna’s verhaal nou precies is, want dat is me nog steeds niet duidelijk. Zo ver ben ik gekomen:
Janna’s vader is x tijd terug overleden en daardoor zijn psychologische problemen van haar moeder aangewakkerd. X tijd later overlijdt moeders ook en wordt de twaalfjarige Janna van Rotterdam naar Bruinisse gestuurd, naar familie die ze niet kent. Daar bouwt ze voorzichtig een band op met haar oom, opa en tante die alleen maar chagrijnig binnen zit. En ze kan niet zwemmen.
Dit vind ik een uniek en verfrissend concept, alleen werd me dat zeker in de eerste drie hoofdstukken (waarin je ‘uitleg’ krijgt over de status van Janna’s ouders) totaal niet duidelijk. Ook wist ik pas aan het einde van het boek dat Janna zo jong is, terwijl ik me al het hele verhaal irriteer aan het feit dat ze zo naïef en kinderlijk is. Desondanks greep dit meeslepende verhaal me vast en ben ik nieuwsgierig genoeg om verder te lezen.
Sfeervolle en ingewikkelde schrijfstijl
Saskia Maaskant schrijft zo liefdevol over het charmante Bruinisse dat je wel voor dat dorp moet vallen. Er zitten ook prachtige metaforen en vergelijkingen in Meerminnen verdrinken niet, soms zelf een beetje te veel of te vergezocht. Daarnaast kom je af en toe hele korte zinnen en zinnen zonder werkwoorden erin tegen. dat kan best heel sfeervol zijn, maar het leest niet echt prettig. Ook kwam ik deze bijzondere lay-out af en toe tegen. De meerwaarde daarvan snap ik nog steeds niet. Moet het een aanrollende golf imiteren misschien?
Verder kom je af en toe echte vissersberichten tegen tussen de hoofdstukken: aan de ene kant sfeervol, aan de andere kant voegt het weinig toe.
Hebben zeemeerminnen ook diversiteit?
Meerminnen verdrinken niet blijft een historische roman, dus diversiteit is een gevoelig iets. Het woord ‘neger’ staat er eenmalig in en heel Bruinisse anno 1911 is volgens mij blank en heteroseksueel. Aan de ene kant is dat jammer en aan de andere kant is het begrijpelijk. Waar ik wel mijn complimenten voor wil geven is kleermaker Marinus die geboren is met polio. Zijn voeten mogen dan wel niet naar behoren werken, maar zijn handen wel! Hij is zo’n likable personage, intelligent, dapper, iemand die passie heeft voor zijn vak. Het is bijna onmogelijk medelijden met hem te hebben en ik kijk zelfs naar hem op. Dat is heel goed gedaan!
Conclusie: Meerminnen verdrinken niet is als eb en vloed
Het feit dat het een historische roman is zonder magie, de schrijfstijl, de lay-out, Janna’s achtergrondverhaal: al deze elementen hebben kracht en zwakte. Pieken en dalen. Eb en vloed. Saskia Maaskant heeft met Meerminnen verdrinken niet een sfeervolle wereld gecreëerd bomvol voorzichtige feelgood en nostalgie. Bruinisse heeft voor mij zonder fantasy al genoeg charme. Daarnaast is het verhaal nog spannend ook en er zit romance in die niet geforceerd voelt. Het is lieflijk, elegant, subtiel en daadwerkelijk een verrijking van het verhaal. Ondanks dat die boek totaal niet was wat ik ervan verwacht had, denk ik dat ik dit boek nog vaak zal herlezen. Dit is een must read voor mensen die bijvoorbeeld in hun jeugd wel eens op Terschelling zijn geweest zoals ik. Soms is het even worstelen, maar Meerminnen verdrinken niet is de moeite waard.