Het is geen geheim dat we bij Geekish fan zijn van alles wat met fantasy te maken heeft. Als we in een goede film of boek kunnen duiken waarin mythische wezens centraal staan, dan zijn we gelukkig. We worden helemaal gelukkig als een Nederlandse schrijver een goede urban fantasy uitbrengt. Zoals bekend lezen Nederlandse en Belgische jongeren wel, maar voornamelijk in het Engels. Daarom willen we graag auteurs van eigen bodem in de spotlight zetten. Het is namelijk ook leuk om in het Nederlands te lezen. Na eerder Daniëlle Bakhuis geïnterviewd te hebben over haar boek Het Huis Zonder Einde, interviewen we vandaag auteur Daniel Warmoeskerken.
Daniel Warmoeskerken is wellicht nog niet bekend bij het grote publiek, maar hij timmert hard aan de weg om dat wel te worden. In zijn nieuwste boek De Ziener van Wilgenhoven neemt hij ons mee naar het fictieve plaatsje Wilgenhoven, waar mysterieuze dingen gebeuren. Wij waren benieuwd naar dit boek en vroegen Daniel het hemd van het lijf.
Hoi Daniel! Je bent de auteur van het boek De Ziener van Wilgenhoven. Kun je daar iets meer over vertellen?
De Ziener van Wilgenhoven is een Young Adult Urban Fantasy boek. Het is het eerste deel van een tweeluik. Het tweede deel komt er ook nog aan. Het gaat over het dorpje Wilgenhoven waar mythische wezens, bijzondere wezens, wonen. Zij wonen daar omdat de buitenwereld niet echt veilig voor ze is. Ze worden daar opgejaagd en ze zijn nog maar met zo weinig dat ze eigenlijk met uitsterven bedreigd zijn. In dat dorpje zijn ze veilig. De ziener van het dorp is degene die verantwoordelijk is voor al die wezens. Dat die wezens beschermd zijn en dat niemand daar plannen heeft.
De hoofdrolspeelster is Merel en zij is de dochter van de huidige ziener. Zij traint om de volgende ziener te worden. Op een dag komt er een nieuwe jongen bij haar op school die meteen best wel populair is. Iedereen die neigt een beetje naar hem toe en zij begrijpt niet helemaal waarom. Daar gaat het boek over. Zij wil onderzoeken wat zijn plannen zijn want er gebeuren allerlei vreemde dingen in Wilgenhoven waar hij misschien wel of misschien niet iets mee te maken heeft.
In heel veel andere fictie boeken komen mythische wezens voor, maar het concept dat ze eigenlijk in menselijke vorm ergens komen is nieuw, ik ben het tenminste niet heel vaak tegengekomen. Hoe kwam je daar op?
Je merkt wel dat er op een gegeven moment een grote populariteit was met vampiers en weerwolven. Die zijn natuurlijk van zichzelf al in staat om zich als mensen voor te doen. Daardoor kreeg je ook steeds meer boeken waar bijvoorbeeld draken als mensen reizen of andere mythische wezens. In principe kun je dat met alles doen. Er is altijd wel een reden te bedenken. Een draak kan bijvoorbeeld niet even door Eindhoven heen vliegen, maar in menselijke gedaante kunnen ze verborgen blijven.
Dus mijn idee was op een gegeven moment wel van: okay, als die wezens daar verborgen zitten, dan moeten ze er ook wel als mensen uit kunnen zien. Ik heb daar wel aan toegevoegd dat iedereen daar altijd regels bij heeft. Een zeemeermin en sirene krijgen een parelpiercing die ze in mensengedaante houdt. Een faun krijgt een oorbel. Draken krijgen een armband. Ze hebben allemaal iets speciaals nodig dat de magie in stand houdt en dat ook bij hun wezen past. Het gebeurde al steeds meer in fictieboeken en ik dacht als je ze allemaal bij elkaar gooit, dan moet dat nog steeds kunnen.
Heb je ook veel onderzoek moeten doen naar alle wezens?
Ja best wel. De echte standaard wezens zoals een eenhoorn die komen wel meteen binnen, ook een vampier en een weerwolf. Ik had eigenlijk al vrij snel besloten dat ik geen vampiers wilde, omdat ik die te specifiek en te gebruikt vond. Dus voor dit boek wilde ik daar geen vampiers in hebben. Ik wilde ook wat meer dan alleen wat we hier in het westen kennen. Op een gegeven moment ben ik ook meer in de Engelse folklore gedoken, maar ook in sprookjes. Naast Griekse mythologie ook in Noorse mythologie, en ook heel veel Japanse verhalen en welke wezens daar in voorkomen. Ik wilde echt een mengeling van wezens die je al heel vaak ziet en wezens die wat minder bekend zijn.
Hoe heb je de worldbuilding gedaan? Het vindt voornamelijk plaats in het dorpje Wilgenhoven. Aan het einde breidt je die wereld wel iets uit, maar hoe heb je dat aangepakt? Hoe heb je het dorpje tot leven gewekt? Is er een dorp geweest die misschien de inspiratie vormde?
Nee, niet perse een dorp. Wat ik wel een klein beetje had bij de allereerste versie waar ik ongeveer tien jaar geleden aan begon, was vlak nadat ik Dark Shadows had gezien. Daarin had je ook verschillende wezens, een vampier en een weerwolf, noem het allemaal maar op, die samen zitten. Dat was een beetje wat ik uit wilde breiden naar een heel dorp. Daar heeft het fundament gezeten en vanuit daar ben ik organisch verder gaan ontwikkelen. Soms betekende dat ook dat je weer een stukje terug moet omdat je iets eerder hebt gezegd wat nu niet meer klopt.
Het is dus eigenlijk heel organisch gegaan. En op een gegeven moment ook wel door meer vragen aan mezelf te stellen. Als je wereldwijd kijkt, ook al zijn die wezens bedreigd, er zullen er toch nog wel een aantal zijn. Dan is één dorp niet genoeg. Maar hoe zien die andere dorpen er dan uit? En is er dan contact tussen? Waarom wel en waarom niet? Waarom zijn ze überhaupt ooit naar zo’n dorpje gegaan? Wat was de reden dat ze zichzelf eigenlijk vrijwillig laten opsluiten? Dat soort vragen hebben het verhaal eigenlijk wel gevormd en het plot ook wel sterker gemaakt.
Er zitten best veel personages in en deze personages zijn ook goed ontwikkeld. Hoe heb je dat gedaan?
Ik denk dat ze best wel een tijd hebben gehad om te rijpen. De eerste versie heb ik heel lang geleden geschreven en op een gegeven moment heb ik dat losgelaten en ben ik met andere dingen bezig geweest. Het is wel een verhaal dat altijd op de achtergrond in mijn hoofd bleef spelen. Dat heeft wel geholpen om de personages te vormen. Ik denk ook wel dat ik de laatste jaren meer heb geleerd over wat een personage echter maakt. Dat merk je vooral bij de hoofdrolspelers. Er is het probleem van het boek maar er zijn ook nog hele algemene problemen. De relatie met hun ouders is bijvoorbeeld heel belangrijk in het verhaal. Ik geloof dat dat ze iets sterker maakt. Er zijn ook heel veel wezens die meer dan bijrollen zijn en daar kan ook meer ontwikkeling inzitten.
Hoe heb je geleerd om je personages meer tot leven te wekken?
Veel oefenen. Veel feedback vragen ook. Dat andere mensen vooral je teksten lezen. Ik heb ook een schrijfcursus hier en daar gevolgd. Maar vooral veel feedback van anderen. Soms is iets in jouw hoofd heel logisch maar dan zegt iemand anders vervolgens: maar dit past niet bij de persoonlijkheid van je personage. Dan moet je wel even nadenken hoe het kan dat het beeld zo anders over komt. Het is dus vooral door feedback en te oefenen dat je op een gegeven moment weet wat wel werkt en wat niet.
In het boek kwamen ook veel referenties voor naar het echte leven. Zo zaten er bijvoorbeeld veel referenties in naar Stephen King. Is hij een inspiratie voor jou?
Ja. Jazeker. Ik heb bijna elk boek van Stephen King. Ik zou niet zeggen dat dit een boek is in de stijl van Stephen King. Dat is absoluut niet, het wijkt er heel veel van af. Maar de manier waarop hij dingen opbouwt vind ik wel heel erg knap. Wat King bijvoorbeeld doet is ook dorpen creëren, settings creëren waarbij allerlei verschillende personages een eigen rol bezitten en die personages ook wel veel diepgang hebben wat ze echt maken. Dat is wel iets waarvan ik hoop dat het me ook ooit lukt.
Er komt ook een fantasy festival voor in het boek. Naar mijn idee was dat ook een beetje geïnspireerd op Elfia.
Ja, Elfia, Fantasy Fest, Castle Fest, al dat soort festivals.
Is dat ook een inspiratiebron geweest? Dat je daar rondliep en dacht: “Oh wat als er hier echt magische mensen rondlopen?’
Ja, zeker wel. Ik dacht op een gegeven moment dat als je dan een keer een uitstapje maakt of als je als mythisch wezen dan toch een keer ergens moet rondlopen, dan is zo’n festival eigenlijk wel een hele fijne plek. Voor een dag kun je dan je vermomming van je afwerpen. Dat je daar rond kunt lopen en niemand door heeft dat je echt bent omdat ze denken dat je een heel mooi kostuum aan hebt. Ik kan me dus wel voorstellen dat het echt een plek kan zijn waar iemand zich heel vrij voelt om zichzelf te zijn als mythisch wezen. Dat idee heeft wel dat hoofdstuk geïnspireerd.
In het verhaal zat ook best een grote plottwist die ik zelf niet aan zag komen. Er zaten wel hints in het verhaal, maar hoe zorg je ervoor dat zoiets een verrassing blijft voor een lezer?
Het eerste wat ik verzonnen had was die twist. Ik wist dat dat namelijk het keerpunt is waar ik naartoe wilde schrijven. In de allereerste versie gebeurde dat halverwege het boek. Het was toen ook maar één boek. Gaandeweg is dat uitgebreid en besloten om dat het einde te maken van het eerste boek. Ik denk wat wel helpt is omdat je natuurlijk put uit zoveel verschillende mythologieën, dat niemand natuurlijk al die mythologieën kan kennen. Tenzij je al bepaalde verhalen kent weet je misschien wel dat de plottwist een mogelijkheid is, maar ik denk dat de meeste mensen daar niet over nadenken. De hints die er zijn, zijn heel logisch op het einde. Maar op het moment dat je het leest en de personages hun eigen beredenering erop loslaten, zijn die ook heel logisch. Dat maakt wel dat je een beetje op het verkeerde been wordt gehouden. Dat is ook bewust want anders is het geen twist meer.
Als je zelf een mythisch wezen zou kunnen zijn, wat zou je dan kiezen?
Ik zou in deze wereld geen mythisch wezen willen zijn omdat je dan opgesloten zit. Maar als ik mijn eigen regels zou mogen bepalen dan zou ik voor de kitsune gaan. Dat is een Japanse vossengeest die ook kan transformeren in een mens en heel veel verschillende krachten heeft en wijzer wordt naarmate hij ouder wordt. Kenmerk is ook de staarten die hij heeft. Dat kunnen er uiteindelijk negen worden. Dat is wel echt mijn favoriete wezen. Die krijgt in het tweede boek ook wel een veel grotere rol.
Wat is de toekomst van Wilgenhoven?
Ja dat is lastig om te zeggen. Er komt een tweede deel waarin het verhaal verder gaat. Dan weet je waar het uiteindelijk naartoe leidt en hoe het zich gaat ontvouwen. Dus om de toekomst te weten moet je eigenlijk echt het tweede boek lezen.
Heb je verder nog projecten lopen waar je wel iets over kunt vertellen?
Zeker. In juni 2022 komt er een novelle uit, De zwaan en de lier. Dat gaat over de ouders van Pecu. Wilgenhoven heeft twee personages waaruit verteld wordt. Merel is de ziener en Pecu zit bij een magisch gilde dat de wezens dus in mensen verandert. Je leert wel wat meer over zijn ouders in dit boek maar er zit nog een verhaal dat nog niet verteld was. In die novelle kom je daar meer over te weten. Dat speelt zich ver voor De ziener van Wilgenhoven af.
Ik ben nu met een heel nieuw boek bezig. Dat staat nog in de kinderschoenen en dat is een verhaal over onsterfelijkheid. Het is ook een verhaal dat ik jaren geleden heb uitgedacht. Het zijn personages die al zo lang in mijn hoofd rondspoken dat ik dat nu op papier wil zetten. Wanneer dat boek klaar is en of dat daarna ook nog uitgebracht wordt, dat is nog de vraag.
De ziener van Wilgenhoven (Godijn Publishing) is nu te bestellen bij Bol.com, Bruna en alle andere grote boekhandels. Volg Daniel Warmoeskerken op Instagram en Facebook voor meer informatie over zijn projecten.