Voor een film uit 1993 is Jurassic Park 1 verrassend gaaf, zelfs twintig jaar later. Natuurlijk is er tegenwoordig veel meer over dinosaurussen bekend en klopt niet alles meer. Alsnog is het een originele actiefilm die spannend blijft. Een klassieker die je opnieuw en opnieuw kunt kijken.
Waar gaat Jurassic Park 1 over?
Miljardair John Hammond heeft zijn wetenschappers gevraagd om DNA uit fossielen te gebruiken en dinosaurussen een nieuw leven te geven. Wanneer dat lukt, is natuurlijk de logische volgende stap om de dino’s in een pretparkeiland te stoppen en er geld mee te verdienen. Dan denk je misschien: alleen planteneters en zachtaardige varianten, toch? Nee hoor, Hammond’s eigen nichtje en neefje lopen gewoon rond in een park met vleeseters achter hekken die vast wel weerstand bieden tegen een gigantische Tyrannosaurus Rex. Sowieso. Echt.
De veiligheid van het park wordt pas echt op de proef gesteld wanneer experts Alan, Ellie en Ian naar Hammond’s eiland vliegen. Zij hebben namelijk verstand van dino’s, planten én chaos. Daarnaast barst een storm los op het eiland én wordt Hammond door een van zijn medewerkers verraden. Deze samenloop van omstandigheden heeft desastreuze consequenties die niemand had kunnen zien aankomen. Of toch wel…?
Leuk om te weten: de film(reeks) is gebaseerd op het gelijknamige boek van Michael Crichton.
Wat maakt Jurassic Park zo’n indrukwekkende saga?
Jurassic Park 1 is natuurlijk de eerste grote, spannende film waarin dinosaurussen een hoofdrol spelen. Dat was in 1993 ontzettend vernieuwend en is 20 jaar later nog steeds indrukwekkend. Daarnaast was deze film een grote doorbraak voor digitale visual effects. Voor het eerst kon men bewegende dieren volledig met de computer maken, in plaats van met stop-motion- en go-motion-technieken. Wist je trouwens dat deze film de eerste is met de iconische rimpelingen in water-scène?
Niet alleen avontuur en spanning
Natuurlijk kijk je Jurassic Park, omdat het een spannende dinofilm is. Maar! Deze klassieker heeft verrassend veel meer te bieden. Neem bijvoorbeeld de verhaallijn waarin Alan langzaam een band opbouwt met Hammond’s nichtje en neefje, terwijl hij eerst niets van kinderen moet hebben. Dat is hartverwarmend om te zien.
Ook het verhaal van computertechnicus Nedry is interessant, al krijg je hier in de film niet bijzonder veel van mee. Dan moet je eigenlijk echt het boek lezen.
Verder is het tof dat er diversiteit in de dino’s zit. Het zijn niet allemaal domme beesten, maar de uiteenlopende soorten hebben echt een eigen persoonlijkheid. Het is interessant en griezelig om te zien hoe de velociraptors van hun omgeving leren en zich aanpassen. Je merkt dat daar veel aandacht in is gestoken.
Er zijn daarnaast wat rare verhaallijnen die minder goed passen in de moderne tijd. Daarmee doel ik vooral op Ians persoonlijkheid en hoe hij met Ellie interacteert. Creepy? Nogal. Gelukkig neemt dat in latere films in de reeks af.
Jurassic Park 1 is de beste Jurassic film van de 6-delige reeks
Ondanks dat je soms met irritante personages (Tim) en weirde scènes moet dealen (Ian), blijft Jurassic Park 1 het kijken waard, zelfs al is ‘ie wat lang. Hij staat niet voor niets in onze top-10 zomerse klassieke filmtips. Er is geen enkele andere film (tot nu toe) die succesvol dinosaurussen, avontuur en spanning toepast. Aangezien Jurassic Park Rebirth (3 juli 2025) teruggrijpt naar de originele saga in plaats van de sfeer van Jurassic World doorzet, zijn de verwachtingen hoog!