In de meeste spionagefilms zijn het mannen die de wereld moeten redden. Zo nu en dan komt er een goede film langs waarbij een vrouw de hoofdrol speelt en haar vijanden een kopje kleiner maakt. Kate Beckinsale besloot weer terug te keren naar het grote scherm met Canary Black, waarin ze de gehele film op hakken rond rent om haar man te redden. Helaas zal deze film nooit in het lijstje van klassiekers kunnen komen. Integendeel, eigenlijk hoop je dat de wereld in de film zo snel mogelijk vergaat, zodat je de zaal kunt verlaten.
Waar gaat Canary Black over?
CIA-agent Avery Graves (Kate Beckinsale) wordt door terroristen gechanteerd: ze moet haar eigen land verraden om haar ontvoerde echtgenoot te redden. Ten einde raad wendt ze zich tot haar contacten in de onderwereld om de felbegeerde informatie te vinden waar haar ontvoerders naar op zoek zijn. Ze zal zich moeten beroepen op haar geavanceerde training in de dodelijke strijd tegen een dreigende, wereldwijde crisis.

Zeer weinig verhaal
Er is niets mis met films waarbij de actie/verhaal ratio enigszins uit balans is. Dat is namelijk waar veel kijkers naar op zoek zijn; spektakel en explosies! Toch zijn het de actiefilms die beiden weten te combineren die het publiek kunnen fascineren. Helaas gaat het bij Canary Black op alle vlakken fout. Het is weer het standaard riedeltje dat we intussen wel kennen. Een belangrijk bestand moet gestolen worden. Er is chantage! Corruptie! Een virus dat de hele wereld plat kan leggen! Welke nationaliteit heeft de slechterik? Die is uiteraard Russisch! In principe is ieder cliché uit de kast getrokken om dit verhaal in elkaar te draaien.
Helaas wordt daarbij geen aandacht besteed aan de ontwikkeling van de personages. We weten alleen dat Avery de beste CIA-agent is. En dat ze getrouwd is met David. Maar nadat we een paar minuten op de hoogte zijn van deze informatie, wordt David al ontvoerd. Uiteraard zet Avery alle principes aan de kant om hem te redden. Als kijker leef je echter niet mee, want de relatie tussen de twee wordt amper opgebouwd. Er is geen enkele reden waarom wij als publiek zouden moeten meeleven met Avery en David.
Zoals altijd is er natuurlijk ook een mentor die Avery in vertrouwen neemt. Behalve het feit dat hij een paar keer benoemt dat ze zijn beste agent is, is ook deze belangrijke relatie amper opgebouwd. Het is net alsof de regisseur graag zoveel mogelijk actiescènes wilde opnemen, maar zich halverwege realiseerde dat er ook iets van een verhaal omheen moet zitten.

Matige actie
En die actiescènes zijn niet perse best. Natuurlijk is het indrukwekkend dat Beckinsale alles op hakken doet, maar het grootste deel van de film rent ze rond met een zwoele blik en niets meer. Er zit geen emotie in haar personage. Vrijwel de gehele cast zegt hun tekst op alsof ze nog in de table read zitten. Waarschijnlijk realiseren zij ook dat dit geen beste film is, maar werk is werk en je moet soms gewoon even inklokken.
Voor een actiefilm is de actie ook zeer matig. De belagers lijken eerst af te wachten voordat ze aanvallen, wat een duidelijk teken is dat ze gewoon de choreografie aan het aftikken zijn. Het is duidelijk dat vrijwel geen enkele stoot of schop het doelwit raakt. Visueel gezien is de film ook niet spectaculair. Eerlijk is eerlijk, dit is gewoon een standaard spionagefilm die je zo snel mogelijk weer vergeet.
Conclusie
Van de regisseur van Taken hadden we eerlijk gezegd meer verwacht als het aankomt op een film in hetzelfde genre. Helaas weet Pierre Morel de verwachtingen niet waar te maken. Canary Black is een ongeïnspireerde spionage film die we al vaak hebben gezien en ook in veel betere uitvoeringen. Dit is geen film waarvoor je naar de bioscoop moet rennen.