Schuif jij ook wel eens in het geheim geld onder het Monopoly-bord? Leg je soms stiekem een extra weg aan in Kolonisten van Catan? Of lieg je over de kaarten op handen tijdens een potje Bang? Valsspeler! Toegegeven, soms is valsspelen gewoon leuk. Zoals in het kaartspel Valse Motten. Want je móet wel valsspelen om te kunnen winnen.
Valse motten?
Valse motten, vrijgevige spinnen, nare muggen, snelle kakkerlakken, hebberige mieren en een bewakingskever: ze zitten allemaal in dit kaartspel. Dit is van de makers van onder andere Kakkerlakkensalade en Tarantula Tango, het overkoepelende thema van creepy crawlies zit er dus goed in.
Op zich zijn de basisregels van Valse Motten enorm simpel en lijken ze op die van menig ander kaartspel. Je moet de kaarten uit je hand wegspelen aan de hand van een aflegstapel. De waarde van de kaart die je aflegt moet één hoger of één lager zijn dan de bovenste kaart van de aflegstapel. Super simpel. Maar dan komen de beestjes om de hoek kijken. En natuurlijk het valsspelen.
Lekker snel je kaarten kwijt
Je kan je natuurlijk netjes aan de regels houden, en op je 3-kaart op de 4 leggen. Prima. Maar dan raak je niet snel je kaarten kwijt. Dat doe je door effectief en slinks vals te spelen. Je mag namelijk kaarten uit je hand laten verdwijnen door deze bijvoorbeeld op de grond te laten vallen of in je mouw te verstoppen. De regel is:
Alles waar je lol in hebt, mag!
Toch zijn er juist voor het valsspelen een aantal regels waaraan je je móet houden.
- Je moet je hand met kaarten altijd boven tafel houden.
- Je mag maar één kaart tegelijk wegmoffelen.
- Wordt een speler tijdens het valsspelen betrapt, dan mogen er tijdens het bespreken daarvan geen kaarten worden weggemoffeld.
- De laatste handkaart moet netjes volgens de regels op tafel worden weggespeeld.
Er is tijdens het spel één ‘scheidsrechter’, de Bewakingskever. Deze speelt ook gewoon mee met handkaarten, maar houdt de andere spelers intussen scherp in de gaten. Hij mag zelf niet valsspelen, maar mag wel andere spelers daarop betrappen. Betrapt? Dan krijgt de slechte valsspeler een extra handkaart en wordt deze de nieuwe Bewakingskever.
Het spel eindigt als een van de spelers geen handkaarten meer heeft.
Speciale handkaarten
Naast de gewone getal-kaarten zijn er nog een paar speciale kaarten die je op handen kunt krijgen.
- Spin – speel je de spin dan mag je een handkaart aan een andere speler geven
- Mug – alle andere spelers moeten zo snel mogelijk de gespeelde mug ‘slaan’. De langzaamste speler krijgt van alle andere spelers een handkaart.
- Kakkerlak – iedereen mag proberen een extra kaart te spelen met hetzelfde getal als de gespeelde kakkerlak
- Mier – alle andere spelers trekken een extra kaart
- Valse Motten – deze kaart mag niet worden weggespeeld op de aflegstapel en mag ook niet worden doorgegeven aan een andere speler via bijvoorbeeld de Spin. Een valse mot móet middels valsspelen worden weggespeeld.
Valse Motten conclusie
Dit kaartspel is snel en hilarisch. Omdat alleen de Bewakingskever iemand mag betrappen, kun je voor het oog van de andere spelers gewoon een kaart in je zak stoppen of op de grond gooien. Als zij het zien, maakt dat niet uit. Maar het zorgt wel voor lachsalvo’s, vooral als iemand op zeer ludieke wijze een kaart uit diens hand laat verdwijnen. Dan wéét de Bewakingskever dat er iemand heeft valsgespeeld, maar zonder het gezien te hebben mag er geen BETRAPT worden geroepen.
Een potje Valse Motten duurt zo’n kwartier en daarom is dit een ideaal spel om even tussendoor te spelen. Het spel is geschikt voor drie tot vijf spelers vanaf zeven jaar.